Deze tijd leent zich uitstekend voor het maken van kaarsen. De kinderen vinden het super leuk en de ze worden er heel rustig van. Al zingend en rond de tafel lopend worden de kaarsen iedere ronde weer net iets dikker. Tja en het moet gezegd worden, ze zijn er zeer goed in. Hun kaars is veeeeeel dikker dan die van mij!
Wat heb je nodig?
Een pan met hoge rand die vies mag worden, een watervast blik, ook liefst wat hoger en natuurlijk het kaarsvet en lont. Ik doe het met bijenwas kaarsvet. In sommige natuurvoedingswinkels verkopen ze zakken met "waskorrels".
Wasknijpers zijn handig om de lont mee vast te houden.
Zet het blik, gevuld met waskorrels, in een pan met water en breng het water aan de kook. Net voor de kook zachter zetten en laat de was smelten.
Knip de lonten op de gewenste lengte en doop ze een voor een in het kaarsvet.
Trek ze recht.
Je moet steeds ongeveer een minuutje tussen ieder doop moment laten zitten.
De kaars er niet te lang in houden want dan smelt hij.
Het is wel verstandig om op de tafel (ik doe altijd een laag salontafeltje) plastic te leggen en op de grond.
Fijne dagen,
Marilke Jorinde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten